Wie zijn Lombroso, Freud en Lerenz?

Ze denken allemaal dat agressief gedrag aangeboren is.

 

Lombroso:

Lombroso is de grondlegger van wetenschappelijke criminologie.

Hij is een grondlegger van de wetenschappelijke criminologie. Hij vroeg zich af hoe mensen tot de criminaliteit komen. Zijn antwoord was dat het in de genen van de mensen zit. Hij zei dat hij aan de mensen kon zie of ze een misdadiger waren of niet. Criminelen behoorden bij een groep mensen die achtergebleven waren in de evolutie van de menselijke soort.

 

Frued:

Freud is de grondlegger van psychoanalyse, ging er van uit dat agressie biologisch in de mens verankerd was.

De mens is van nature agressief. Volgens hem bestaat er binnen de mens een oerstrijd tussen levensdrift en doodsdrift. Doodsdrift noemde hij ook wel agressiedrift. Levensdrift van mensen wil mensen verenigen, mensen bij elkaar brengen en behouden wat goed is. De doodsdrift wil alles vernietigen. Volgens Freud moeten we ons bewust zijn van de doodsdrift in ons en proberen deze destructieve kracht in toom te houden. Verder kan de mens zijn agressie beheersen door de werking van zijn geweten. Dit is ontstaan doordat we tijdens onze opvoeding regels meegekregen die wij ons eigen hebben gemaakt. Als deze regels wegvallen komt agressie. Maar de mens blijft altijd met agressie zitten. Mensen kunnen dit kwijtraken op een niet-gewelddadige wijze. Door sport of spel.

Mensen moeten de ruimte hebben zich te ontplooien op seksueel gebied. Door de werking van ons geweten; innerlijk besef van goed en kwaad. Dit word gevorm tijdens de opvoeding. Agressie kwijtraken op niet-geweldadige wijze. (muziek, kunst, wetenschap, sport, spel en vermaak)

 

 

Lorenz:

Konrad Lorenz

Hij was een bioloog.

Op grond van zijn studie van het gedrag van dieren formuleert hij zijn theorie over de agressie bij de mens. Volgens Lorenz dient agressie de instandhouding van de soort. Dat gaat op drie manieren.

1.       Agressie zorgt voor strek nageslacht tussen soortgenoten: de sterkste mannetjes en vrouwtjes worden leider van de groep.

2.       De individuen van een soort gelijkmatige over het leefgebied verspreid doordat ze elkaar afstoten. Dat vergroot de overlevingskans.

3.       De onderlinge agressie zorgt voor een rangorde en vaste structuur vinnen de groep.

Volgens Lorenz is agressie van zinvolle functie. Daarbij komt nog dat deze agressie binnen de natuur tegelijkertijd wordt afgeremd. Dieren hanteren een lichaamstaal waarbij ze van elkaar weten of ze de mogelijkheid krijgen om te vluchten, of waarbij ze duidelijk maken dat de ander het gevecht heeft gewonnen. Lorenz draagt deze bevindingen nu over op de mens. Volgens hem hebben ook mensen een aangeboren agressie-instinct. Hij wijst erop dat de mens de enige diersoort is die zijn eigen soortgenoten doodt en een bedreiging vormt voor het voorbestaan van zijn eigen soort. De mens ziet niet meer wat de anderen aandoen. Oplossingen ziet Lorenz in een verstandig afreageren van de agressie in de sport.